De woonwijken liggen niet buiten de bebouwde kom, maar in de dorpen en steden. Op deze wijze is er meer contact tussen Molukkers en Nederlanders mogelijk. Van het voornemen van de overheid om veel meer woonwijken in het westen van Nederland in het leven te roepen, komt niet veel terecht. De gedachte was dat vestiging in het westen meer kansen op arbeid zou betekenen.
Het opheffen van de woonoorden gaat niet altijd zonder slag of stoot en duurt ook veel langer dan voorzien. Sommige Molukkers verzetten zich tegen verhuizing naar een ‘stenen huis’. Ze zien dat als een ontkenning van het tijdelijke karakter van het verblijf in Nederland. Zij blijven streven naar een onafhankelijke Molukse staat, zoals hen door de Nederlandse regering beloofd was.
Ook Wormerveer krijgt in de jaren 60 een Molukse woonwijk met vier straten waaronder de Multatulistraat. In totaal zijn het 56 woningen.
Francois Pical (36) is opgegroeid in Wormerveer. Op de vraag wat hem hier aanspreekt, zegt hij: “Het is de plek die wij de basis noemen. Je voelt de sfeer van vroeger toen de eerste generatie nog leefde. Hier in de wijk is na de aankomst van onze grootouders en het kampleven met onze ouders het leven verder gegaan. De wijk is de basis voor de generaties daarna. Voor mij is Wormerveer dan ook een hechte en warme gemeenschap. Een gemeenschap met een wijkraad, kerkgemeenschap en buurthuis waar we in voor- en tegenspoed bij elkaar kunnen komen. Zo’n wijk met een Molukse gemeenschap, die moet blijven.”
– Bron: Museum Maluku in Den Haag –