In 1951 arriveren ca. 12.500 Molukkers in Nederland. Hun overkomst is een tijdelijke oplossing voor de politieke problemen in Indonesië die ontstonden na de soevereiniteitsoverdracht en de opheffing van het KNIL.
Vanuit de tijdelijkheidsgedachte worden de Molukkers opgevangen in aparte woonoorden.
Van een snelle terugkeer blijkt geen sprake. Vanaf 1956 richt het beleid zich op integratie: de zelfzorg wordt ingesteld en er komen nieuwe woonwijken voor Molukkers.