Van bank naar bank

Noordsterpark

Nederlands English
Cor Bruijn (1883-1978), onderwijzer en (kinderboeken)schrijver zei: “Ik ben tussen het gewone volk geboren en getogen, aan dit gewone volk gebonden met al m’n vezels, in z’n zorg en z’n strijd, in z’n schijnbare ruwheid, z’n sentimentaliteit, z’n kostelijke humor en z’n levensdurf.”
1. MIJN LANDSCHAP
Ik ben geboren in de mooiste tijd van het jaar – midden mei – en op een van de mooiste plekjes op aarde: te Wormerveer, daar waar het dorp ontstond, bij het noorderveer, daar waar de eerste schamele vissershuizen stonden, door Philips de Schone in 1503 nog te zamen “onse Dorpe van ZAAN” genoemd, het dorp Zaan of Saenen, dat later naar datzelfde veer de naam Wormerveer zou krijgen.
Wanneer ik als jongen onze steeg uittrad, kwam ik op de dorpsweg, officieel Noordeinde geheten. Er stond bijna altijd wind, maar dat merkte ik niet op. Wind was het gewone, onverbrekelijk aan de schepping verbonden. Aan de overzijde van de straat bevond zich ons grasveld, dat tot aan het water doorliep. De harde bladeren van de hoog-welvende iepen ruisten er bijna altijd. De windstilte, ja die merkte ik. Dan was er zo iets vreemd-ontroerends om mij heen: de hemel hoog en licht, de bomen zonder geluid, hun schaduw dieper dan gewoonlijk, alsof deze schaduw mij geheel omving, koel en veilig. En achter het glanzende groen van het grasveld lag de Zaan vlak als een spiegel en evenzo blinkend. “Blikkeren” noemden we dat. Dit blikkeren van de Zaan is van zo’n bijzondere aard, dat ik later meermalen vreemden heb horen getuigen, hoe dit hun opviel. Het is warmer en levender dan ik het ooit van enig ander water heb gezien. Er is de jubel in van een beheerste vreugde, de jubel van iemand, die een vast geluk heeft gevonden, aards en hemels. Wie het vatten kan, vatte het: levende werkelijkheid van een hoge orde. [… ]
 – Eerste pagina uit: ‘Wijd was mijn land: mijn jeugd aan de Zaan’, 1961 –